Temidden van de vrij sobere woonhuizen aan de Stationsstraat valt dit dubbele woonhuis op door zijn forse maat en rijke detaillering. Aannemer Jan van Os kreeg de opdracht tot de bouw van boterhandelaar Bernardus Brinkers in 1914. Het was oorspronkelijk bestemd voor de twee zonen van Brinkers, maar uiteindelijk ging er maar één zoon wonen, Bernardus. Het andere huis werd betrokken door de dorpsarts J.W. Palte, die hier tot 1951 praktijk had.
De gemeentelijke monumenten hebben met hun witte banden over de gevel kenmerken van de neo-renaissance. Typisch voor deze periode zijn ook de trapsgewijs geplaatste vensters in de zijgevel, die bij het trappenhuis horen. Aardige details zijn de wapens van Zoetermeer en Zegwaart die in de afgeschuinde hoeken van de gevel zijn aangebracht en de cirkelvormige bloemmotieven boven de vensters.
